© Shutterstock.com
De overheid heeft weinig vertrouwen in de dierenartsen én hun Orde
dinsdag 19 augustus
knack.be - ‘De spreidstand die vandaag wordt aangehouden, is niet lang meer vol te houden’, schrijft Sarne De Vliegher, die in deze bijlage uitlegt dat dierenartsen door de overheid op een wel heel bijzondere manier behandeld worden.
De Orde der Dierenartsen, bij wet opgericht kort na de Orde der Artsen, waakt al 75 jaar over de kwaliteit van de diergeneeskunde. Ze publiceert deontologische regels in de Code der Plichtenleer en kan via haar tuchtbevoegdheid dierenartsen die ze schenden, op de vingers tikken. Zo verplicht de Code de Belgische dierenartsen onder andere expliciet om verstandig om te springen met antibiotica ter preventie van antimicrobiële resistentie, een bedreiging voor zowel dier- als volksgezondheid. Toch lijkt de overheid weinig vertrouwen te hebben in dit gedelegeerde toezicht.
Om als dierenarts mee te kunnen werken aan de officiële dierziektebestrijding – zoals vaccinaties van runderen en schapen tegen het Blauwtongvirus – moet die namelijk niet alleen lid zijn van de Orde maar ook erkend zijn door de minister van Volksgezondheid. De dierenarts zweert in dat kader trouw aan de Koning en engageert zich tot het uitvoeren van de taken voor de overheid op “competente, loyale en correcte wijze”. De overheid kan deze erkenning intrekken via een eigen commissie en omzeiltzodoende de Orde. Dat de overheid zelf toezicht wil houden op taken die ze aan dierenartsen toevertrouwt, is op zich verdedigbaar en suggereert sterk dat ze die zeer belangrijk vindt. Daar wringt het schoentje.
Lees verder...
De overheid heeft weinig vertrouwen in de dierenartsen én hun Orde